De reizen van de Belgen

Met welke vervoermiddelen reizen Belgen naar het buitenland? En welke afstanden leggen ze daarbij af? Om die vragen te beantwoorden, analyseerde de FOD Mobiliteit en Vervoer de resultaten van de jaarlijkse reisbevraging van Statbel. 

De bevindingen van dit rapport zijn opvallend. 

Meer reizen, meer kilometers 

Reizen naar het buitenland vormen slechts een klein deel van alle verplaatsingen op jaarbasis. Toch dragen ze aanzienlijk bij aan het totale aantal afgelegde kilometers, en dus ook aan de ecologische impact. 

Al tien jaar lang, met uitzondering van de coronaperiode, zit het aantal buitenlandse reizen in de lift. In 2023 ondernamen de Belgen 17,3 miljoen buitenlandse reizen (gemiddeld 1,58 per persoon) en legden ze samen 43,6 miljard kilometer af (3.980 km per Belg). Daarmee zitten we opnieuw aan het recordniveau van 2019. 

De auto wint in aantal reizen, het vliegtuig in afgelegde afstand 

De auto blijft het populairste vervoermiddel voor buitenlandse reizen (50% van de reizen), maar het vliegtuig is goed voor de meeste afgelegde kilometers: 74% in 2023, tegenover 21% voor de auto. Andere vervoermiddelen zijn samen goed voor slechts 5% van de afgelegde afstand. 

Hoewel buitenlandse reizen minder frequent zijn, zijn ze toch goed voor bijna een derde van alle afgelegde kilometers. Als we álle verplaatsingen van Belgen samennemen, dan blijft de auto dominant met 59% van de afstand, gevolgd door het vliegtuig (22%) en het openbaar vervoer (12%). 

Ook het profiel van de reiziger speelt een rol: Brusselaars nemen bijvoorbeeld dubbel zo vaak het vliegtuig en 4,5 keer zo vaak de trein als de gemiddelde Belg. 

Reizen buiten Europa zorgen voor de helft van de kilometers 

Bijna 9 op de 10 buitenlandse reizen gaan naar Europa, vooral naar Frankrijk, Spanje, Nederland, Italië en Duitsland. Toch zijn de 12% van de reizen buiten Europa goed voor maar liefst 49% van het totaal aantal afgelegde kilometers.