Niet-EASA-luchtvaartuigen

De Europese regelgeving definieert een aantal categorieën van bemande luchtvaartuigen waarvoor de nationale regelgeving in plaats van de Europese van toepassing is. Dat zijn de niet-EASA-luchtvaartuigen. Die worden ook annex I-luchtvaartuigen genoemd, omdat ze opgesomd zijn in bijlage (annex) I van de Europese verordening 2018/1139.

De volgende bemande luchtvaartuigen vallen buiten de Europese regelgeving:

  • historische luchtvaartuigen of replica’s ervan
  • luchtvaartuigen voor onderzoek, experimentele of wetenschappelijke doeleinden
  • amateurconstructies
  • luchtvaartuigen die in dienst van strijdkrachten zijn geweest of replica’s ervan (tenzij het EASA een ontwerpnorm vastgesteld heeft)
  • luchtvaartuigen met maximum twee zitplaatsen en een beperkte maximale opstijgmassa (ULM’s, zweefvliegtuigen, paramotoren …)
  • ballonnen en luchtschepen met maximum twee plaatsen en een maximumvolume van:
    • voor heteluchtballonnen ten hoogste 1.200 m³
    • voor ander gas ten hoogste 400 m³
  • elk ander bemand luchtvaartuig met een maximale lege massa, inclusief brandstof, van hoogstens 70 kg

Voor die types luchtvaartuigen bepaalt de Belgische wetgeving de voorwaarden.

Luchtwaardigheid

Een luchtwaardig luchtvaartuig is een luchtvaartuig dat veilig is om mee te vliegen. Voor niet-EASA-luchtvaartuigen is de eigenaar verantwoordelijk voor de luchtwaardigheid. U moet bij het Directoraat-generaal Luchtvaart (DG Luchtvaart) de toelating tot het luchtverkeer, dat wil zeggen de vliegtoelating, aanvragen. Het DG luchtvaart voert vervolgens een technische controle uit. Als het luchtvaartuig in orde is, krijgt u een van de volgende toelatingen.

Welk niet-EASA-luchtvaartuig? Welke toelating? Hoe aanvragen?
Amateurconstructies Beperkt luchtwaardigheidsbewijs Amateurconstructies
Historische luchtvaartuigen Beperkt luchtwaardigheidsbewijs Historische luchtvaartuigen
ULM’s Beperkte toelating tot het luchtverkeer ULM’s
Paramotoren Niet van toepassing
Andere luchtvaartuigen ICAO-luchtwaardigheidsbewijs Luchtwaardigheidsbewijs voor niet-EASA-luchtvaartuigen

Als een luchtwaardigheidsbewijs niet mogelijk is, kunt u in bepaalde gevallen met een luchtvaartpas een tijdelijke vliegtoelating krijgen.

Het DG Luchtvaart voert jaarlijks een technische controle uit om het luchtwaardigheidsbewijs te verlengen, behalve voor ultralichte motorluchtvaartuigen (ULM’s).

Maintenance buiten België

Sommige eigenaars verkiezen soms onderhoudswerkzaamheden op hun luchtvaartuig of zijn uitrustingen te laten uitvoeren door personen of organisaties die in België niet erkend zijn.

Bij voorrang zal de eigenaar beroep maken aan een organisatie die volgens het reglement EASA Part M Subpart F, Part 145 of Part CAO erkend is.

Wanneer de eigenaar beroep maakt aan een onderhoudsorganisatie die alleen houder is van een nationale erkenning in zijn land, dit erkenning moet, op voorhand, door het Directoraat Flight Standards van het DGLV goedgekeurd worden.

De werken moeten in elk geval volgens de technische vereisten van de Belgische wetgeving worden uitgevoerd.

De eigenaar of de exploitant van het luchtvaartuig is verantwoordelijk om de buitenlandse persoon of organisatie in te lichten over de Belgische vereisten betreffende het onderhoud van luchtvaartuigen "annex I" niet gebruikt in het handelsluchtvervoer en hun uitrustingen.